|  
               
              Hieronder een artikel over Durk Minkema, geschreven door Douwe Frerichs 
              (hoofdredacteur vakblad Draf&Rensport) en gepubliceerd in de 
              Breeders Special van 2010, na een interview met hem in restaurant 
              "De Bijhorst" in Wassenaar eind februari. 
               
              Titel: De archeoloog van de drafsport 
               
              Durk Minkema is binnen de drafsport op alle fronten actief geweest. 
              Eind dit jaar hoopt hij zďjn 80e verjaardag te vieren, maar de bescheiden 
              Fries denkt niet aan stoppen. Noch met zijn publicaties, noch de 
              wekelijkse tocht naar het historisch draf- en rensport-archief op 
              Duindigt. Minkema is een liefhebber van spitten en grasduinen. Liefst 
              in de vergeelde archieven naar documenten over paardensport uit 
              lang vervlogen tijden. 
               
              Durk is nog altijd blij met zijn boek 'Dravend door de tijd', dat 
              hij 14 jaar geleden in opdracht van de Fokkersvereniging samenstelde. 
              Maar ook het complete werk 'Drafbanen in Nederland', bezorgde hem 
              veel voldoening, het was een tijdrovende tocht langs stadsarchieven, 
              bibliotheken en privécollecties. We ontmoeten Durk op woensdagmiddag 
              in Duindigts draf- en rensport museum. Medevrijwilligster Truus 
              van der Kraats schenkt koffie in. De beroerde situatie in de sector 
              is al snel onderwerp van gesprek. Wat nu? Niemand die het weet. 
              Laten we het beter over wat anders hebben. Bijvoorbeeld de rijke 
              historie van de sport. Wegdromen tussen artikelen en foto's uit 
              de periode dat koersbezoekers nog een hoed hadden en de duels tussen 
              paarden als Quicksilver S en Hairos II het hele land in hun greep 
              hielden. Durk Minkema maakte het allemaal van dichtbij mee.  
               
              Zijn verhaal begint in 1930 op een boerderij in Lippenhuizen, waar 
              hij als derde kind van vier het levenslicht zag. Paarden waren er 
              altijd. Met precisie vertelt hij dat zijn vader aan de basis heeft 
              gestaan van het Friese paardenstamboek. "Hij bezat de Friese stamboekhengst 
              Oom, die in 1915 goedgekeurd werd. Er waren toen nog maar drie Friese 
              dekhengsten over en inteeltproblemen bedreigden het Friese paard. 
              In die periode was zelfs de scheiding tussen het Friese ras en het 
              buitenlands ras bij de registratie opgeheven. "Vanaf 1936 was 
              mijn vader boer in Wijnjeterp (Wijnjewoude red.) Hij fokte Friese 
              paarden, die voor het boerenwerk gebruikt werden. Ik ging vaak mee 
              als de merrie gedekt moest worden op het dekstation van Jippe Bouma 
              in Oudeschoot. De 30 km lange reis werd gemaakt met de merrie voor 
              de boerenwagen."  
              Paardrijden als ruiter heeft hij nooit meer gedaan. "Ik heb er één 
              keer opgezeten en viel er meteen vanaf. Het was direct einde verhaal." 
              Durk kon aardig leren. Hij doorliep in de oorlogsjaren de HBS in 
              Drachten vertrok daarna naar Wageningen voor een studie landbouwkundig 
              ingenieur aan Landbouwhogeschool. "Mijn belangstelling lag bij de 
              populatie-genetica, in het bijzonder de kwantitatieve erfelijkheid 
              van productie-eigenschappen bij landbouwhuisdieren." Hij kwam al 
              tijdens zijn studie in 1957 in dienst bij het instituut voor veeteeltkundig 
              onderzoek 'Schoonoord' in Zeist. Daar werd Minkema's belangstelling 
              voor erfelijkheid gewekt. In 1964 vertrok Durk - inmiddels samen 
              met vrouw en vader van twee kinderen - voor een jaar naar het Schotse 
              Edinburgh voor een onderzoek aan het Institute of Animal Genetics. 
              "Een mooie tijd", weet hij. "Dat was toen het Mekka van de toegepaste 
              populatie-genetica bij landbouwhuisdieren, met inspirerende koffie-sessies 
              in de kamer van dr. Alan Robertson, een vermaard populatie-geneticus." 
              Weer terug gaf Durk college over genetica aan de Faculteit in Utrecht. 
              Uit die periode stamt zijn boek 'De erfelijke basis van de veefokkerij', 
              dat lang is gebruikt is bij het veeteeltonderwijs. En daar kwam 
              het sprongetje naar de dravers. Minkema was via zijn studiegenoot 
              en vriend Cees Silver op de koers verzeild geraakt, waar hij zich 
              vrij snel als wetenschapper stortte op de paarden. "Cees was fokker 
              en eigenaar van de toen succesvolle dravers Norton Williams, Roland, 
              Typhoon, Urania, etc., samen met zijn in Oudesluis wonende moeder. 
              Met hem bezocht ik ook de kortebaan en de kermis in 't Zand, waarbij 
              ik logeerde bij Silver zijn moeder in Oudesluis en waarbij we traditioneel 
              een bezoek brachten aan Piet Strooper, trainer en mede-eigenaar 
              van Silver's dravers. Daar aten we gerookte paling. Strooper woonde 
              met een schare ongetrouwde broers en zusters op een boerderij in 
              't Zand. Toen in 1953 de avondkoersen in Hilversum begonnen, gingen 
              we vaak met een stel studiegenoten naar de baan in Hilversum. We 
              hadden als student vrij toegang dank een studiegenoot wiens vader 
              in het bestuur van de PV Hilversum zat." In 1957 had Durk zelfs 
              een eigen toto-bureau 'Chevalier de Morc', vernoemd naar een dobbelaar 
              uit de 17e eeuw, die wegens gebrek aan succes het spel wetenschappelijk 
              ging benaderen. Hij maakte prognoses en verzorgde weddenschappen 
              voor derden. "Met als afdracht 10% van de inzet en 10% van de eventuele 
              winst boven de inzet, ter bestrijding van de kosten. Op de studentensociëteit 
              konden geďnteresseerde spelers tot 12 uur 's-nachts voor de dag 
              der draverij hun guldentjes bij mij inzetten", grinnikt Durk, die 
              wekelijks een artikel met tips schreef voor kleine kring. Een steeds 
              verder uitdijende groep collega's en vrienden gaf hem geld mee naar 
              Hilversum of op Mereveld. "Met hele leuke resultaten", voegt hij 
              eraan toe. Verzamelaar Durk toont als bewijsstuk de brief met de 
              spelregels.  
               
              Hij begon in die periode ook met de genetische analyse van prestatie-kenmerken 
              van dravers, wat geleid heeft tot diverse publicaties en tot de 
              ontwikkeling van de lang toegepaste fokwaarde-index voor draverdekhengsten. 
              "De fokwaarde-index was uitsluitend gebaseerd op de prestaties van 
              de nakomelingen van een hengst. De later ingevoerde BLUP-index neemt 
              tevens de prestaties van de hengst zelf en van al zijn familieleden 
              mee, zodat al een index berekend kan worden als de hengst nog geen 
              enkele nakomeling heeft. De NDR-BLUP-index was ontwikkeld door een 
              bureau toen Voskamp secretaris van het Stamboek was en was gebaseerd 
              op de records van de dravers. Wegens de kosten wordt deze ook niet 
              meer gebruikt."  
               
              Frances G 
              Paarden kwamen ook in beeld. "Mijn eerste draver was Frances G (van 
              Typhoon), die ik in de herfst van 1965 als jaarling kocht bij Henk 
              Grol in Veendam. Ze kwam in Zeist in de stallen van Rietje France, 
              die na het overlijden van haar vader hun dravers zelf trainde op 
              hun eigen trainingsbaan Zij was in die tijd meermalen amatrice-kampioene 
              van Nederland, mede dank zij eigen dravers als Taky Erebus en Comet 
              Volann. Zij bracht mij de eerste beginselen van de drafsport bij." 
              Frances G was in training gekomen bij Siem Hartman, die hij kende 
              via de familie Silver. Bij haar tweede start in Groningen won Frances 
              G haar eerste koers. Zij won ook op Duindigt, maar toonde haar zwarte 
              kant door een keer plotseling beide achterbenen achteruit te slaan. 
              "Siem durfde er niet meer aan te rijden en moest zich uiteraard 
              na de koers bij het comité verantwoorden. Sindsdien werd ze zowel 
              in de koers als in het werk altijd met een slagriem gereden." Met 
              Frances G reed Durk zijn eerste amateurskoers, overigens zonder 
              succes. "Vanaf 1970 ben ik met Frances G gaan fokken. Met aardige 
              resultaten. Nimbus, Olga Frances en Pampa wonnen hun koersen." De 
              beste was Tinker (v. Fairmont Hanover), een zwarte ruin met varkensbek, 
              die 20 koersen won en bijna 60 mille verdiende. Tinker belandde 
              uiteindelijk in Engeland. Frances G bleek ongeneeslijke leukose 
              te hebben en moest worden afgemaakt aan de School in Utrecht. "Daarna 
              kwam Justine, een volle zuster van Derby-winnares Diana R. In training 
              bij Siem Hartman. Ze kon in het land geweldig gaan, voor de kar 
              was het niks. Uit haar fokte ik Opium, een merrie in training bij 
              Siem Hartman. Ze won 7 koersen op de lange baan, maar bleek een 
              crack op de kortebaan. Met Opium won ik op 2 oktober 1976 op de 
              oude baan van Wolvega mijn eerste koers. Het mocht wel eens, want 
              ik had toen al 7 jaar mijn amateurvergunning! Dat was in een open 
              koers. Je mocht toen als amateurrijder, als je minstens 10 starts 
              had, je eigen paard in enkele open koersen rijden. Omdat Siem Hartman 
              zelf in die koers Ozo Olivier reed, kwam ik achter Opium met startnummer 
              1 in het eerste band. Opium kon geweldig bandenstarten en ze kreeg 
              gemakkelijk de kop. De koers werd echter ruim een ronde voor het 
              einde afgebeld, omdat Johan Oosting zijn paard dichttrok en ongelukkig 
              ten val kwam waarbij hij beide polsen brak. Bij het overrijden kreeg 
              ik opnieuw de kop, werd na een ronde gepasseerd door Little Six 
              B met Ruud Pools, maar in de eindstrijd kon ik er weer voorbij komen", 
              vertelt Minkema met glimmende ogen. Omdat Opium geweldig uit het 
              band kon vertrekken, maakte ze op 10 oktober 1977 als vierjarige 
              in 't Zand met Siem Hartman haar debuut op de kortebaan. "Die kortebaan 
              won ze, bij de prijsuitreiking in café De Jonge Prins werd me pas 
              duidelijk het bovendien het Kampioenschap van Nederland op de Kortebaan 
              was." In 1978 won Opium twee kortebanen: Heemskerk en Roden. In 
              1979 won ze wederom in Heemskerk, waarbij ze in de finale zelfs 
              15 meter moest geven aan Sijtje. Ze kwam daarna op een handicap 
              van 20 meter te staan en dat was niet meer te doen.  
 
            
              
              Boven: Durk Minkema loopt naast pikeur Siem Hartman, 
                op weg naar de huldiging in 't Zand in 1977. 
               
            
             Van Justine fokte Minkema na Opium nog drie veulens, 
              die geen van allen wat konden. "Met Opium heb ik nog gefokt, ze 
              bracht twee kinderen: Yildis (van Star Performer), die een been 
              brak, en Blinkbonny M (v. Revillon), die achter een gebrek had. 
              Daarna moest Opium wegens ernstige dampigheid afgemaakt worden. 
              Bij Rimboe heb ik 1 produkt gefokt, de merrie Yavari (v. Heres). 
              In training bij Siem Hartman; won 5 koersen, won 15 mille en liep 
              1.18,4. Met Yavari won ik twee amateurkoersen, w.o. de testdraverij 
              voor de Willem Ruys-show op Hilversum m 1985." De merrie Palonia 
              (v. Florissant, m. Fararia) geb. 1974,1.22,7 - fl. 11.45O kocht 
              Durk in 1980. Zij bracht in 1981 de merrie Ythana (v. Spearmint). 
              "Ik heb haar als jong paard verkocht aan hoefsmid Nico Meijer, die 
              haar trainde in Hilversum, waar hij een stal had. Ze werd een goed 
              paard dat 12 koersen won. Heinz Wewering won ermee tijdens het EK 
              voor beroepspikeurs in Hilversum, waarbij hij de gehele koers in 
              het derde spoor zat. In de fokkerij heeft ze het helaas niet gedaan." 
              Bij Yavari fokte Minkema twee veulens: Going for Gold (v. Imposant), 
              als jong paard verkocht naar Engeland, en Harrogate (v. Surrogate) 
              in training bij Siem Hartman, won 2 koersen, winsom fl. 7730, rec. 
              1.19,5, daarna verkocht naar België. "Daarna heb ik nog negen veulens 
              gefokt bij diverse merries, wat allemaal niets geworden is. Mijn 
              laatste fokproduct was Ville de Mink, geboren in 2003, van Kailash 
              uit de Franse merrie Fanoville, die ook de baan niet gehaald heeft. 
              Toen ben ik er maar mee gestopt." Als amateurrijder won Minkema 
              11 koersen. "Mijn laatste koers was op 20 september 1988 die ik 
              met Yootha's van Nico Meijer won. Bij het omkleden kreeg ik een 
              hartinfarct, maar dat had ik niet direct in de gaten. Daarom ben 
              ik eerst nog naar het comité geweest en daarna met mijn eigen auto 
              naar het ziekenhuis gereden waar ik direct op de intensive care 
              belandde." 
               
 
            
              
              Boven: Durk Minkema (links) reikt als voorziter van de  
                Fokkersvereniging de ereprijs uit aan Klaas Bootsman na de  
                winst van Kelsea Boko in de Fokkers Trofee Merries 1996. 
               
            
             Bestuurder 
              Minkema belandde in 1983 in het bestuur van de Ver. van Fokkers 
              van Draverspaarden en was 10 jaar voorzitter. Hij bekleedde velerlei 
              taken en belandde zelfs in de Raad van Commissarissen NDR in de 
              periode van de Staatsloterij. Minkema stond samen met Wiebe Landman 
              ook aan de wieg van Unitrot. "Na mijn prepensionering per 1 januari 
              1991 heb ik me verdiept in de historie van de drafsport in Nederland 
              en een paar jaar daarna ben ik begonnen met het verzamelen van gegevens 
              voor het jubileumboek van de Fokkersvereniging, "Dravend door 
              de Tijd". In die periode heb ik ook al gegevens verzameld van 
              de Nederlandse koersbanen in de loop der tijd, wat uiteindelijk 
              geresulteerd heeft in het boek "Draf- en Renbanen in Nederland". 
              Daarvoor talloze archieven bezocht in diverse plaatsen, en ook vele 
              regionale en landelijke dagbladen doorgesnuffeld."  
              "In 1997 heb ik de fokkerijbijdragen aan de paardenkrant overgenomen 
              van mijn voorganger Koos Jager, tevens diens uitgebreide archief 
              overgenomen, voor een groot deel gerangschikt per merriestam in 
              hangmappen. Voor het fokkersoog maak ik daarnaast gebruik van informatie 
              uit de boven genoemde paardentijdschriften, uit de gedrukte stamboeken, 
              uit de jaarboeken, uit enkele buitenlandse tijdschriften, zoals 
              het Franse Trot Infos en uiteraard is tegenwoordig heel veel op 
              internet te vinden." We krijgen een lijstje: Denemarken (trav.dk), 
              Noorwegen (travsport.no), Zweden (travsport.se en blodbanken.nu), 
              Finland (sukuposti.net en hippos.fi), Duitsland (hvt.de), België 
              (turf-be.com en trottingint.be), Frankrijk (cheval-francais.com 
              en harasire.net), Italië (anact.it en hippoweb.it), Ver. Staten 
              en Canada (ustrotting.com). "Een der beste websites om de afstamming 
              tot de basis terug te vinden is die van Nieuw-Zeeland, genaamd hrnz.eo.nz. 
              Onontbeerlijk is ook het Computerstamboek van Gerard ter Schure 
              en kom ik er dan nog niet uit dan kan ik altijd Henk Houtman nog 
              bellen", besluit Minkema.  
               
              (einde artikel)  
               
              Enkele maanden na publicatie in 2010 overleed Durk Minkema.  
              Click hier voor zijn In Memoriam. 
             
		    
              
              Boven: Jitse van der Veen (rechts) krijgt een ereprijs aangeboden  
                door Durk Minkema (voorzitter Fokkersverg.) voor zijn overwinning  
                in de Grote Fokkers-prijs op Groningen d.d. 15-7-1989. 
		    
               
               
               
            
           |